Een foto van mensen die op een plein lopen in een drukke stad
Beeld: ©EMM

Mensenhandel in beeld: fenomeenbeeld 2024

Door de politie worden vierjaarlijkse fenomeenbeelden vervaardigd die de stand van zaken van de georganiseerde criminaliteit in Nederland presenteren. Het fenomeenbeeld mensenhandel is onderdeel van een reeks fenomeenonderzoeken naar de landelijke geprioriteerde veiligheidsthema’s van de politie, waaronder drugs, milieucriminaliteit en online fraude. De politie, één van de partnerorganisaties van het EMM, heeft het EMM verzocht om het fenomeenbeeld mensenhandel op te stellen omdat het EMM beschikt over een integraal overzicht van signalen van en opsporingsonderzoeken naar mensenhandel.  

Aard en omvang mensenhandel

Het doel van het fenomeenbeeld mensenhandel is het verkrijgen van inzicht in de door de opsporingsinstanties geregistreerde aard en omvang van mensenhandel in Nederland over de periode van 1 januari 2019 tot 1 januari 2024. Het fenomeenbeeld is opgesteld op basis van de analyse van registraties en afgeronde opsporingsonderzoeken mensenhandel en interviews met deskundigen binnen de keten. In het fenomeenbeeld wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan de omvang en modi operandi van seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting als meest vastgelegde vormen van mensenhandel en daarna aan de gevolgen en toekomstverwachtingen van mensenhandel in Nederland.

Vormen van uitbuiting

Seksuele uitbuiting kan op basis van de opsporingsonderzoeken worden onderverdeeld naar binnenlandse (Nederlandse) mensenhandel en grensoverschrijdende (met name Oost-Europese en Latijns-Amerikaanse) mensenhandel. Bij arbeidsuitbuiting speelt de verwevenheid met het bedrijfsleven een grote rol. Criminele uitbuiting kenmerkt zich door een variëteit aan verschijningsvormen. Per uitbuitingsvorm is naast de modus operandi ook de structuur en organisatiegraad van de verdachten van mensenhandel beschreven.

Kwetsbaarheid slachtoffers

Voor alle uitbuitingsvormen geldt dat de kwetsbaarheid van slachtoffers in belangrijke mate heeft bijgedragen aan het ontstaan en voortbestaan van slachtofferschap. De slachtoffers hebben financiële problemen, een laag IQ, een licht verstandelijke beperking, een verslaving, geen legale verblijfsstatus, geen huisvesting, verblijven in een zorginstelling en/of zijn minderjarig. Verdachten maken misbruik van deze kwetsbaarheid in de wervingsfase en om de slachtoffers gedurende de uitbuitingsperiode aan zich te binden.